Rendement is objectief meetbaar en simpel aan te tonen, vandaar dat bij de bespreking van de resultaten daar door de bank de meeste aandacht aan besteed wordt.
Risico, dát is een heel ander verhaal. Hoeveel risico heeft u gelopen? Hoeveel risico bent u bereid over de volgende periode te accepteren? Daar valt maar heel moeilijk een cijfer aan te geven.
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) worstelde daar ook mee. Vervolgens is in overleg met de Vereniging van Effecten Bezitters een model bedacht om enige duidelijkheid aan het publiek te bieden. Het is een ontzettend simpele statistische meetlat waarvan de betrouwbaarheid u hoogstwaarschijnlijk zal tegenvallen.
Standaarddeviatie.
De standaardafwijking of standaarddeviatie is een begrip in de statistiek en een maat voor de spreiding van een variabele of van een verdeling van de metingen. De standaarddeviatie is gedefinieerd als de gemiddelde afwijking van het gemiddelde en is daardoor vergelijkbaar met de waarden van de variabele zelf.
Even in normaal Nederlands; Het gaat om de spreiding van de metingen. Wanneer de metingen dicht bij elkaar uitkomen dan wordt dit als risico-arm beschouwd . Wanneer de metingen verder uit elkaar liggen dan wordt dit als risicovoller beschouwd.
De mate van risico wordt dus op geen enkele wijze gerelateerd aan het rendement maar uitsluitend aan de mate waarin de resultaten variëren.
Resultaten uit het verleden….
Resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. En dit is nou precies wat u zich ook moet realiseren bij het lezen van uw risicoprofiel. Hoe groter de concentratie van metingen in de buurt van het gemiddelde, als des te zekerder wordt de belegging beschouwd.
De betrouwbaarheid van de cijfers neemt toe naarmate er meer metingen hebben plaatsgevonden. Het aantal metingen dat is vereist voor het risico-classificatie-systeem van de AFM is echter uiterst beperkt.
Realiseer u dat zelfs bij een zeer lage risico-indicatie nog steeds uitslagen kunnen voorkomen die enorm afwijken van eerdere resultaten. De kans dát het gebeurt is echter klein. Een belegging die consequent slecht uitvalt ( bijvoorbeeld 10 % verlies per jaar, ieder jaar ) wordt volgens deze methode aangemerkt als zeer risicomijdend en defensief omdat de afwijkingen minimaal zijn! Ieder jaar verlies is immers een zeer betrouwbaar resultaat! Slecht maar betrouwbaar.
Risicoprofiel 6, 5, 4, 3, 2, of 1, nog steeds kunt u tegen enorme verliezen oplopen. Het enige dat het profiel aangeeft is dat in het verleden bij de voorzichtige profielen minder grote afwijkingen van het gemiddelde werden waargenomen.
Bij het bepalen van de mate van risico dat gelopen wordt is ook op geen enkele manier rekening gehouden met de koers op enig moment. Wanneer een beurs een enorme val heeft meegemaakt worden de kansen op een stijging groter. Na ontzettend goede jaren neemt de kans op een koersval toe. Bij de berekening van een AFM risico-indicatie speelt dit geen enkele rol. Vraag u af of een risicoklasse 3, 4 of 5 u iets zegt waar u wijzer van wordt. Het klinkt heel verantwoord en wetenschappelijk maar na het lezen van bovenstaand relaas wordt het allemaal nét iets minder indrukwekkend en betrouwbaar. Mede hierom waarschuwen we u ervoor dit instrument te waarderen voor wat het is, een uiterst bot instrument dat 100% gebaseerd is op resultaten uit het verleden, niets meer en niets minder.